IEQ/IAQprestatie meting en monitoring

Teneinde te objectiveren of gekregen is wat is gekocht (in geval van oplevering) of de ontevredenheid van gebouwgebruikers (in geval van klachtensituaties) te objectiveren, kan EMU ter plaatse IEQ/IAQ prestaties meten of monitoren.

Het betreft dan:

  • Thermische behaaglijkheid
  • Heat Stress
  • Licht
  • Geluid

Kortstondige metingen, bijvoorbeeld 5 minuten per meetplek en per meting, ten behoeve van kwaliteitsborging/oplevering of klachtenbehandeling

Meetapparatuur

EMU gebruikt meetapparatuur met kenmerken, zoals vermeld in de relevante normen, ook wanneer deze normen, resp. de kenmerken niet specifiek zijn vermeld in contractdocumenten. De NEN-EN-ISO 7726 stelt de volgende eisen aan meetapparatuur:

  • Algemeen:
  • Meetbereik:                                            10- 40 °C;
  • Nauwkeurigheid:                                  ±0,5 °C (bij voorkeur±0,2 °C).
  • Meten van stralingstemperatuur:
    De gemiddelde stralingstemperatuur kan worden gemeten met een warmte stralingsmeter of
    kan worden afgeleid met behulp van de globetemperatuur, luchttemperatuur en de luchtsnelheid.
    De globetemperatuur wordt gemeten met een z.g. zwarte bol. Dit is een mat zwarte bol met een
    diameter van 0,15 meter met in het hart van deze bol een temperatuur opnemer.
    Ten aanzien van stralingstemperatuur stelt NEN-EN-ISO 7726 de volgende eisen aan meetapparatuur:
  • meetbereik:                                           10-40 °C;
  • nauwkeurigheid:                                 ± 2 °C (bij voorkeur ±0,2 °C).
  • Meten van de relatieve vochtigheid:
    De luchtvochtigheid kan worden bepaald met behulp van een psychrometer of een
    hygrometer. Ten aanzien van luchtvochtigheid stelt NEN-EN-ISO 7726 de volgende eisen
    aan meetapparatuur:
  • meetbereik:                                          0,5-3 kPa;
  • nauwkeurigheid:                                ±0,15 kPa.
  • Meten van luchtsnelheden:
    Bij het meten van luchtsnelheden is de keuze van de meetsonde afhankelijk van de temperatuur en
    de snelheid van de lucht. Thermische sondes zoals bijvoorbeeld de hittedraadanemometer en
    de thermische hittekogel worden gebruikt bij temperaturen kleiner dan 70 °C en lage snelheden
    (< 10 m/s).Vleugelradsondes zijn, afhankelijk van het type geschikt voor temperaturen tot 350 °C
    en snelheden tot40 m/s. Voor hogere temperaturen en/of hoge snelheden is de Pitotbuis bij uitstek
    geschikt.Ten aanzien van luchtsnelheid stelt NEN-EN-ISO 7726 de volgende eisen aan meetapparatuur:
  • meetbereik:                                         0,05-1 m/s;
  • nauwkeurigheid:                               ±(0,05 + 0,05 va) m/s, (gewenst:± (0,02 + 0,07 va) m/s.